- note
- n. aantekening, notitie; noot; toon; opmerking--------v. noteren; opmerkennote1[ noot] 〈zelfstandig naamwoord〉1 〈vaak meervoud〉aantekening ⇒ notitie2 briefje ⇒ berichtje, 〈in het bijzonder〉 (diplomatieke) nota, memorandum3 (voet)noot ⇒ annotatie4 biljet ⇒ briefje5 〈muziek〉toon ⇒ noot6 (onder)toon ⇒ klank7 aanzien ⇒ belang, gewicht8 aandacht ⇒ acht, nota♦voorbeelden:1 you must make a mental note to see the dentist tomorrow • je moet niet vergeten morgen naar de tandarts te gaanmake notes • aantekeningen makenmake a note of your expenses • houd bij wat voor onkosten je maakt4 fifty pounds in notes and a pound in coins • vijftig pond aan papiergeld en een pond in munten6 note of carelessness • een zekere achteloosheid, iets van achteloosheidsound/strike a note of warning • een waarschuwend geluid laten horenchange one's note • een toontje lager (gaan) zingen7 of note • van belang, met een reputatie, algemeen bekend8 worthy of note • opmerkenswaardigtake note of • notitie nemen van, acht slaan op¶ 〈figuurlijk〉 compare notes • ervaringen/ideeën/indrukken uitwisselen→ rightright/————————note2〈werkwoord〉1 nota nemen van ⇒ aandacht schenken aan, letten op2 (op)merken ⇒ bespeuren, waarnemen3 aandacht vestigen op ⇒ opmerken, melding maken van4 〈+down〉opschrijven ⇒ noteren♦voorbeelden:1 please note that you still have to pay the bill • neemt u er nota van dat u de rekening nog moet voldoen2 you may have noted that I'm a married man now • het zal je wel opgevallen zijn dat ik nu getrouwd ben3 the report didn't note that she'd died • het rapport vermeldde niet dat zij was overleden
English-Dutch dictionary. 2013.